Parijs in 10 bouwwerken (2012 - 2023)

Afstand: 12 km  /  Duur: een dag 


Deze 10 projecten zijn willekeurig gekozen. Van prestigeproject tot sociale woningbouw. 


Route

1 > Bibliothèque Nationale de France
2 > Institut du monde Arabe
3 > Musée du Quai Branly
4 > Appartementen 
5 > Woningen 
6 > Villa’s La Roche en Jeanneret 
7 > Sociale huisvesting
8 > Collège Néerlandais
9 > Pavillion Suisse
10 > Maison du Brésil


1 > Bibliothèque Nationale de France - Site François-Mitterrand

1995, Dominique Perrault,

2006, Quai François Mauriac, Tolbiac  13de arrondissement

Metro: Bibliothèque François Mitterrand

De Rive Gauche in Parijs is volop in beweging, met de vier glazen torens van de Bibliothèque nationale de France als haar kloppend hart. Ontworpen door de jonge Dominique Perrault, destijds pas 36 jaar, werden ze in 1989 uitverkoren uit een prijsvraag voor de ‘Très Grande Bibliothèque’. Het idee om miljoenen kostbare boeken in glazen torens te bewaren riep aanvankelijk felle kritiek op. Toch staan de 79 meter hoge, L-vormige torens – als opengeslagen boeken – er nog altijd fier bij, boven op een monumentale sokkel. In die sokkel, onder perfecte klimatologische omstandigheden, wordt het grootste deel van de collectie bewaard.

Sinds 2006 verbindt de elegante Passerelle Simone-de-Beauvoir de oevers van de Seine met deze nieuwe stadswijk.

Eind jaren tachtig bezochten we Perrault in zijn kantoor, een voormalige wasserij in het hart van Parijs. Tussen de grote metalen wasmachines stond de maquette van de toekomstige bibliotheek. De jonge architect ontving ons hartelijk; daarna aten we in een nabijgelegen bistrot. Wat toen nog een belofte leek, werd werkelijkheid: Perrault groeide uit tot een van de belangrijkste Franse architecten van zijn generatie. 


2 > Institut du monde Arabe

1987, Jean Nouvel, Pierre Soria, Gilbert Lézenès en Architecture Studio
5de arrondissement, Quai St Bernard 11, Rue des Fossés 1
Métro: M° Jussieu, ligne 7, 10  

Het eerste topgebouw van Nouvel in Parijs is vooral bekend geworden om zijn zuidelijke glasgevel met een zonwering van diafragma’s. De enorme glaspartij is opgedeeld in 240 vierkanten, die veel weg hebben van opengewerkte houten luiken, zoals die voorkomen in de traditionele Arabische bouwstijl. Die luiken laten vrouwen toe om naar buiten te kijken zonder zelf gezien te worden: een moderne gezichtssluier.

Het Institut du Monde Arabe, centrum voor Arabische cultuur, maakt deel uit van de grote bouwopdracht die Parijs kreeg tijdens de ambitieuze presidentsperiode van François Mitterrand (1981–1995). Met zijn programma van Grands Travaux gaf Mitterrand kunst en architectuur een nieuwe impuls. In die jaren verrezen onder meer de piramide van I.M. Pei bij het Louvre, de herbestemming van het Musée d’Orsay door Gae Aulenti, het Parc de la Villette van Bernard Tschumi, de Opéra Bastille van Carlos Ott, de Grande Arche van Johan Otto von Spreckelsen en de Bibliothèque nationale van Dominique Perrault.

Stuk voor stuk gebouwen die traditie verbinden met avant-garde. Ze gaven Parijs opnieuw de uitstraling van een stad die durft te vernieuwen — en dat maakt deze periode zo interresant en vooral zo tijdloos..

3 > Musée du Quai Branly

2006, Jean Nouvel,

Quai Branly  7de -15de Arrondisement
Metro: Alma-Marceau

Architect Jean Nouvel vond dat een museum voor de kunst en cultuur van Afrika, Azië, Oceanië en Amerika niet westers moest ogen. Aan de Quai Branly, bij de Eiffeltoren, ontwierp hij een gebouw met groene gevels vol exotische planten. Achter een golvend glazen scherm staat een constructie op palen, omgeven door een weelderige tuin die doet denken aan regenwouden en de savanne.

4 > Appartementen

1999, Frédéric Borel
20de Arrondisement, hoek Rue Pelleport 131 en Rue des Pavillons
Metro: Télégraphe

Een appartementengebouw op een knooppunt van vijf smalle straten. Architect Frédéric Borel reageert met asymmetrische vlakken en kleuren als een opengaande bloem op de standaard bouwsels in de buurt. De gevels zijn totaal verschillend: aan de Rue Pelleport domineert een groot glad wit vlak, terwijl aan de Rue des Pavillons chaos en dynamiek heersen. Alle appartementen hebben een unieke indeling, met vooral vanaf de hogere terrassen een schitterend uitzicht op Parijs.

Ook ’s-Hertogenbosch maakte kennis met deze Parijse architect. In 2003 ontwierpen drie buitenlandse bureaus plannen voor het GZG-terrein: Borel uit Parijs, MBM Arquitectes uit Barcelona en bOb van Reeth uit Antwerpen. Borels plan was indrukwekkend, maar veel te grootschalig voor de fijnmazige Bossche binnenstad.


5 > Woningen

1927, Robert Mallet-Stevens
Rue Mallet-Stevens 16de Arrondisement 
Metro: Jasmin 

Robert Mallet-Stevens was een Parijse architect en designer  bekend om zijn elegante stijl. In de chique wijk Auteuil bouwde hij een complete  straat met stadsvilla’s, waar hij zelf op nummer 12 woonde. De opening in 1927 was een society-evenement. Drie jaar na Le Corbusiers Maisons La Roche en Jeanneret ontstond hier een gelijkwaardig modernistisch ensemble. Mallet-Stevens, van Belgische afkomst, overleed in 1945 op 59-jarige leeftijd. In de ronde toren van zijn huis bevindt zich glas-in-lood van Louis Barillet, vernieuwer van religieuze ramen, wiens atelier aan de Rue de Vaugirard 279 eveneens door Mallet-Stevens werd ontworpen.

Na een periode van leegstand is er nu weer leven in de brouwerij.  Het magnifieke gebouw herbergt sinds kort een organisatie die aan training doet voor creatief ondernemerschap aan jonge mensen en het is volledig gratis!


6 > Villa’s La Roche en Jeanneret, nu Fondation Le Corbusier

1924, Charles-Edouard en Pierre Jeanneret
Square du Docteur Blanche 8-10  16de Arrondisement,
Metro: Jasmin, Ramelagh

In afwachting van grotere opdrachten bouwde Le Corbusier voor bekenden. Voor de Zwitserse bankier en kunstverzamelaar Raoul La Roche ontwierp hij een ruime woning, naast een kleinere gezinswoning voor zijn broer, componist Albert Jeanneret. Van buiten vormen ze één geheel, maar van binnen verschillen ze sterk. In de Villa La Roche paste Le Corbusier voor het eerst zijn vijf punten toe: het huis op kolommen (pilotis), het dakterras, de vrije plattegrond, de vrije gevel en het horizontale bandraam. De woning toont ook zijn idee van de promenade architecturale: een ruimtelijke wandeling met steeds wisselende uitzichten. Buiten wit, binnen zorgvuldig gekleurde wanden in blauw en rood, afgestemd op het licht.

Bezoektijden: woensdag t / m zaterdag van 11:00 tot 17:30 uur


7 > Sociale huisvesting

2000, Herzog & de Meuron
Rue des Suisses 19, Rue  14de Arrondisement,
Metro: Plaisance

De Zwitserse toparchitecten Herzog & de Meuron vergeleken hun werk uit 1999/2000 in de Rue des Suisses en de Rue Jonquoy met de films van Hitchcock. De zwarte gevels zouden niet misstaan ​​in een thriller, zoals Rear Window. Kenners prijzen de originaliteit, esthetiek en detaillering. Het fijn geperforeerde metalen hekwerk is onderverdeeld in zeven horizontale stroken, overeenkomend met de zeven bouwlagen van de aanpalende typische Parijse appartementsgebouwen. Achter de openschuivende accordeonluiken gaan smalle balkonnetjes schuil.

Niet alle bewoners zijn blij met onze belangstelling voor hun gebouw; 'ce n’est pas un zoo ici, sortez vite.'

 


8 > Collège Néerlandais 

1938, Willem-Marinus Dudok
Boulevard Jourdan 63  14de Arrondisement,
Metro: Cité Universitaire

Een van de weinige werken die Willem Marinus Dudok in het buitenland bouwde, is het Collège Néerlandais, een studentenhuis op de Cité Universitaire de Paris. Het moderne bouwwerk van gewapend beton wijst richting de Stijl-beweging en gooit alle decoratieve rompslomp overboord. Het plan is functioneel en georganiseerd rond een centrale binnenplaats. De intieme binnenruimte contrasteert met de strenge, monumentale gevel. De typisch modernistische doorlopende ramen zijn opgedeeld in kleine, Hollandse venstertjes. Het Collège Néerlandais, geopend door Prinses Juliana in 1938, werd lang verwaarloosd maar is na restauratie weer in perfecte staat.

Als directeur Publieke Werken van Hilversum ontwikkelde Dudok een geheel eigen stijl; beetje modernisme, en traditie, de mix.. Door zijn eigenzinnige positie in de Nederlandse architectuur heeft Dudok in Nederland nooit de erkenning gekregen die hij verdiende. Voor de modernisten was hij niet modern genoeg, voor de traditionalisten was hij te modern. Gewoon heel beschaafd dus.  


9 > Pavillion Suisse

1932, Le Corbusier en Pierre Jeanneret
Boulevard Jourdan 7  14de Arrondisement, 
Metro: Cité Universitaire

Het Pavillon Suisse is het eerste woongebouw voor meerdere bewoners dat Le Corbusier ontwierp. Tot dan toe had hij alleen privéwoningen gebouwd. Dit project vormde het begin van zijn lange zoektocht naar het ideale collectieve wonen, die uiteindelijk leidde tot de Cité Radieuse in Marseille – zijn beroemde ‘woonmachine’.

In Nederland zijn we gewend aan het huisje-boompje-beestje-ideaal: ieder zijn eigen huis, tuin op het zuiden en wat privacy. Le Corbusier dacht daar heel anders over. Zijn Unité d’Habitation was bedoeld als een stad in het klein, met winkels, sportvoorzieningen en daktuinen in het gebouw zelf. Collectief wonen dus, maar met comfort en licht voor iedereen. De officiële opening van de Unité in Marseille vond plaats in de zomer van 1953. De Duitse architect Walter Gropius sprak toen bewonderend:
‘Wenn es einen Architekten gibt, dem dieses Gebäude nicht gefällt, sollte er besser dafür sorgen, dass er wegkommt – heraus!’

10 > Maison du Brésil

1959, Lucio Costa / Le Corbusier                            
Boulevard Jourdan 7  14de Arrondissement,
Metro: Cité Universitaire

Lucio Costa (1902–1998) was een Braziliaans architect en stedenbouwkundige, geboren in Toulon. In 1952 ontwierp hij het Braziliaanse paviljoen in de Cité Universitaire in Parijs, geïnspireerd op Le Corbusiers Fondation Suisse. Het gebouw is vergelijkbaar van opzet maar groter en robuuster. Costa combineerde Braziliaanse traditie met modernisme en werkte eerder met Oscar Niemeyer aan het paviljoen voor de Wereldtentoonstelling van 1939 in New York. Le Corbusier volgde hem nauw en voegde zelf kleurrijke loggia’s toe, wat tot verwijdering leidde. In deze tijd koos Le Corbusier voor een ruwer beton-brut-idioom.