Het klooster van La Verna in Toscane

Afstand: 2 km  /  Duur: ± 120 minuten


La Verna is een ruim 1100 meter hoge berg in het midden van de Apennijnen in Toscane. De naam stamt van ‘vernare’, is bevriezen. Op 8 mei 1213 schonk graaf Orlando van Chiusi deze berg aan Franciscus. Die stichtte hier een klooster waar hij zich kon afzonderen voor gebed en contemplatie. (beschouwing, te vergelijken met meditatie) Franciscus hanteerde contemplatie als een levenshouding. Volgens de overlevering ontving hij hier  in 1224 de wondtekenen (stigmata). Vandaag de dag is La Verna een spiritueel centrum voor mensen van over de hele wereld. Gemeenschappelijke stiltemeditaties zijn belangrijke elementen van de retraite. Iedere dag om 15.00 uur trekt een processie door een overdekte gang met fresco’s over het leven van Franciscus.


Franciscus van Assisi (Umbrië) stichter van de kloosterorde van de Franciscanen werd al snel na zijn dood op 16 juli 1228 heilig verklaard door paus Gregorius IX. Franciscus was de zoon van Petrus van Bernardone, een welgetelde lakenkoopman uit Assisi.  Na een veldslag tussen zijn geboorteplaats Assisi en de stad Perugia in 1202 werd Franciscus krijgsgevangen. Na een jaar kwam hij vrij maar was daarop lang en ernstig ziek. Weer aan de beterende hand bekeerde hij zich tot een leven van armoede, gebed en dienstbaarheid.  Zijn vader, die van mening was dat zijn zoon tot de rang van dorpsgek was vervallen, probeerde hem met dreiging en verleiding terug te laten terugkeren naar een werelds en rijk leven. Op een fresco van Giotto in de bovenkerk van de Basilica di San Francesco in Assisi is te zien hoe Franciscus in de lente van 1205 tijdens een scène op het plein zijn dure modieuze kleding voor de voeten van zijn vader wierp en daarmee afstand nam van de levensstijl van zijn familie.


Toen Bernardus van Quintavalle en Petrus Catani zich in 1208 bij Franciscus wilde gaan aansluiten, baseerde zij zich op onder meer op deze tekst uit het evangelie: ‘Neem niets mee voor onderweg, geen stok, geen reistas, geen brood en geen geld en ook geen extra kleren’ (Lucas 9,3). Hiermee was de Franciscaanse beweging begonnen. Strikte armoede was het kenmerk. Dat hield in dat de broeders afstand deden van alle bezit. De nieuwe broeders werden niet meteen minderbroeders ( Franciscanen worden officieel de Orde van de Minderbroeders genoemd ) maar moesten een jaar in het noviciaat om hun vrome bedoelingen te bewijzen. De 'volwaardige' broeders hadden een vaste kap aan hun pij, de novicen moesten een losse kap dragen. De broederschap breidde zich uit, ook de geleerden uit die tijd voelden zich aangetrokken tot deze spirituele beweging.  


Beeld van Franciscus
Meestal wordt Franciscus afgebeeld in een verschoten grauwbruine habijt, met als gordel een touw met drie knopen. Deze verwijzen naar de drie geloften; zuiverheid, armoede en gehoorzaamheid.  Het bruine habijt en het touw met de knopen vormen vandaag nog de kenmerken van de minderbroeders. Verder heeft hij (vanaf de 16e eeuw) vaak een schedel bij zich, die de vergankelijkheid van het stoffelijke symboliseert. Franciscus preekte immers de waardeloosheid van alle aardse goederen. Hij verbond dit met een grote waardering voor al het natuurlijke geschapene. Vaak wordt hij afgebeeld met andere heiligen zoals de heilige Antonius van Padua, de heilige Clara of de heilige Margaretha van Cortona. Ook is hij te zien samen met de heilige Dominicus, de stichter van de andere grote bedelorde in de rooms-katholieke Kerk; de Dominicanen. De Karmelieten en Augustijnenorde behoren eveneens tot deze bedelorde die leefden van bedelen en giften.

Het klooster La Verna is gesitueerd tegen de helling van de Monte Penna, genaamd de ‘Crudo Sasso’ (rauwe kiezel) in het Nationaal Park Foreste Casentinesi en ligt op 20 minuten rijden van het magnifieke ‘Agriturismo Terra Di Michelangelo’ van de familie Bigiarini in de gemeente Caprese Michelangelo.

De fresco’s van Giotto (1266 tot 1337) over het leven van Franciscus zijn te zien in de bovenkerk van de Sint-Franciscusbasiliek in Assisi. Op 26 september 1997 werd Assisi getroffen door een zware aardbeving. De Basilica werd ernstig beschadigd; een deel van de gewelven stortte in. Na langdurende restauraties zijn deze fresco’s nu weer toegankelijk voor het publiek.