Het industriële hart van Eindhoven

Afstand:  circa   7 km /  Duur: ± 180 minuten


Enter a Brave New World - De Stad is het Lab . Vooral dankzij Philips groeide Eindhoven uit tot een wereldcentrum voor technologische ontwikkelingen. Dat weerspiegeld zich in de gebouwen en de architectuur van de stad.  We beginnen de wandeling aan de Emmasingel, het  machtscentrum van het wereldse vooroorlogse Philips en eindigen bij het oude Philips natuurkundig  laboratorium, nu het Natlab voor wereldse cultuur..  


Route

1 > De Emmasingel 
2 > De Witte Dame  
3 > De Admirant 
4 > Usine - Art Hotel
5 > Blob - Piazza - 18 Septemberplein
6 > Bijenkorf 
7 > Station Eindhoven 
8 > Strijp-S
9 > Philips Natuurkundig Laboratorium
10 > Enter a Brave New World - De Stad is het Lab


1 > De Emmasingel

De Emmasingel is de bakermat van Philips. Prominent zien we de lichttoren op de hoek van de Emmasingel-Mathildelaan die dateert van 1921. De zevenhoekige toren heeft haar naam te danken aan het feit dat op de bovenste verdieping de levensduur van lampen werd getest. Aan de overkant van de Emmasingel staat het voormalig hoofdkantoor van Philips, de Bruine Heer. Het hoofdkantoor kreeg deze naam vanwege het metselwerk van een bruine steen. (Aan de Boschdijk, ter hoogte van de Willem van Noortlaan stond aan de overzijde de steenfabriek van Van Hapert. In 1964 werd direct daarnaast het nieuwe hoofdkantoor van Philips Nederland opgetrokken. De bedoelde bruine steen is afkomstig van deze steenfabriek).  

De voorloper van deze Witte Dame ontstond al in 1908 toen Philips een complex van betonnen hoogbouw liet bouwen aan de Emmasingel. Op het gebied tussen de Willemstraat, Emmasingel en Mathildelaan verrees de eerste vleugel van deze hoogbouw. Begin jaren ’20 werd een vleugel parallel aan het spoor gebouwd met op de kop de 48 meter hoge lichttoren. Het sluitstuk van het complex werd gebouwd vanaf 1928. Het zijn deze vleugels die nu bekend staan als de Witte Dame. De expansie was voornamelijk te danken aan de groeiende radio-industrie. In de jaren ’80 werden de eerste vleugels gesloopt, maar gelukkig kon verdere sloop worden voorkomen. Het reddingsplan van de voormalige fabriek voorzag in een nieuwe bestemming als kunst- en cultuurcentrum. Een aardig detail is dat de Witte Dame eerst grijs was (betonkleur) en pas wit (beschermende laag verf) werd geschilderd in 1953. De Witte Dame huisvest nu onder meer de Openbare Bibliotheek Eindhoven en de Design Academy.  

Aan de Emmasingel bevindt zich ook het Philips Museum. Philips is hier ontstaan in 1891 toen Frederik Philips en zoon Gerard een fabriekje begonnen aan de Emmasingel.  Het is nu een museum waar oudere Philipsmensen vertellen over de geschiedenis van de gloeilamp, het product waar het hier allemaal mee begonnen is.


2 > De Witte Dame – architect Ir. Dirk Roosenburg

Als gevolg van de enorme groei die Philips doormaakte in de jaren twintig is in die jaren dit fabriekscomplex gebouwd. Het is eenzelfde skeletbouw van gewapend beton als de eerste Philips hoogbouw op dit terrein uit 1908. Een sterke expressie is bereikt met eenvoudige, duurzame middelen. Philips heeft het gebouw vanaf het begin gebruikt bij de productie voor gloeilampen. In de jaren tachtig kwam het leeg te staan, er waren toen ook sloopplannen!  

Gelukkig is het gebouw nu vakkundig gerenoveerd door het Eindhovense bureau Dirrix van Wylick. De Witte Dame werd op 27 mei 1998 heropend.  


3 > De Admirant – architect Ir. Dirk Roosenburg

Dit administratiegebouw voor Philips werd in 1925 ontworpen in de geest van de grote Amerikaanse industriële gebouwen. Een enorme vide binnen het gebouw zorgde voor toetreding van daglicht. Ook was er aandacht voor de centrale rol van het gebouw in de Philips organisatie tot uitdrukking gebracht door de monumentale entree aan de westzijde en de glas-in-lood ramen van het trappenhuis. De beelden boven de luifel bij de ingang aan de Emmasingel zijn van de Belgisch/Nederlands beeldhouwer Albert Termote. De glas-in-lood ramen van de Limburgse kunstenaar Joep Nicolas.

In december 1942 werd het gebouw gebombardeerd, gevolg; ernstige schade aan de  oostgevel en de verdiepingsvloeren. De glazen overkapping van de centrale lichthof werd  vernield. Uit voorzorg waren de glas-in-lood ramen van het trappenhuis veilig opgeborgen waardoor zij de oorlog ongeschonden hebben overleefd. Na de oorlog werd in 1947 het hoofdvolume van het gebouw hersteld zonder de centrale lichthof maar met een uitbreiding van een vleugel met een nieuwe entreepartij aan de noordzijde. De glas-in-lood ramen van Joep Nicolas werden opnieuw geplaatst in het nieuwe trappenhuis. Ook werd een monumentale nieuwe entreepartij aan de noordoostzijde gerealiseerd.

 

In 2007 is het overgrote deel van het gebouw weer in gebruik als kantoor en verzamelgebouw. De restauratie kwam in handen van Dam & Partners Architecten uit Amsterdam. Veel  aandacht is besteed aan het conserveren van de gevels en het behoud van het interieur. De Bruine Heer is – net zoals de Witte Dame – op houten palen gebouwd. Door verlaging van de grondwaterstand waren de houten palen door schimmels aangetast. Tijdens de renovatie zijn boorpalen ernaast  geplaatst. De Witte Dame en de Bruine Heer vormen nu weer een ‘fraai’ ensemble langs de Emmasingel.


Onze bijdrage aan dit geheel betreft de restauratie van de vleugel met een nieuwe entreepartij aan de noordzijde aan de kop van de Admirant. Plannen voor een Grand Café aan de kopzijde van de Nieuwe Emmasingel zijn op niets uitgelopen. De komst van de Usine aan de overzijde heeft de plannen gedwarsboomd. Nu is er een optiekzaak en een Douwe Egberts Café gevestigd.


Dirk Roosenburg, Architect (Den Haag, 1887-1962) 

Roosenburg volgde de technische ontwikkelingen binnen de bouwwereld tijdens zijn vijftigjarige carrière op de voet en gebruikte deze vrijwel direct in zijn eigen ontwerpen. Een van de opvallendste kenmerken van zijn werk, naast een eerlijk materiaalgebruik en een gedegen afwerking, is dan ook het hoge technische peil van zowel de voorzieningen als de constructie. 

De Philips gloeilampfabrieken begonnen hun bestaan op zeer bescheiden schaal in 1891 in een oud textielfabriekje aan de Emmasingel. Echter al in 1898 was er een uitbreiding nodig die uitgevoerd werd als shedbouw. Deze  had grote voordelen: de schuin in het dakvlak geplaatste ramen op het noorden zorgen voor een optimale lichtval. In 1904 werd e eerste ‘hoogbouw’ toegevoegd, uitgevoerd in baksteen met ijzeren balken en houten vloeren, in een voor die tijd respectabele hoogte van vier verdiepingen. Als de fabriek in 1910 meer dan 1000 werknemers heeft, blijft ook een derde uitbreiding niet uit: een eerste betonnen hoogbouw wordt neergezet, waarbij wordt gezocht naar een bouwsysteem, een systeem dat verbeterd werd in 1920, toen de  hoogbouw op de hoek van de Emmasingel en de Mathildelaan werd uitgebreid tot ‘de Lichttoren’. Roosenburg introduceerde de zichtbare leidingen, de een vaste traveeafstand en een vaste balken en kolommensysteem. (zie hoe eenvoudig de constructieve stijfheid van de gebouwen zijn opgelost) 

 

Buiten deze ‘lichttoren’ ontwierp Roosenburg tientallen andere gebouwen voor Philips, zichzelf altijd weer overtreffend in technisch vernuft en ingenieuze oplossingen. Men voelt door alles heen dat de opdrachtgever (Philips) zijn architect (Roosenburg) als eis had gesteld: 'maak een industrie gebouw, zoek goede materialen die ons een hoge onderhoudsrekeningen besparen en laat elke overbodige luxe achterwege'! Een aardige wetenswaardigheid is dat Dirk Roosenburg de grootvader is van de beroemde Rem Koolhaas. (Die hem een bevlogen en vooral een nuchter en realistisch architect noemde). Ook bestaat er een tweejaarlijkse architectuurprijs van de gemeente Eindhoven genoemd naar Dirk Roosenburg.


Joep Nicolas, Glazenier (Roermond, 1897-1972) 

Nicolas was een telg uit een kunstzinnig Roermonds geslacht. De praktische kanten van het gecompliceerde glazeniersvak leerde hij in het atelier van zijn vader. Tussen de bedrijven door experimenteerde hij met eigen opdrachten.

In 1925 won hij de Grand Prix des Maîtres Verriers  met het ‘St. Maartensraam’. Had Nicolas bij dit St. Maartensraam nog vastgehouden aan de heersende traditie om de loodlijnen de contouren van de figuren te doen volgen, weldra zou hij ook daarmee breken en deze loodlijnen dwars door figuren heen trekken. Nog tweemaal zou hij de Grand Prix winnen: in 1933 in Milaan en in 1935 in Brussel.  Het was teleurstellend voor hem dat het (kerkelijke) glas-in-lood tegen het eind van zijn leven uit de mode raakte.

Nicolas artistieke nalatenschap is te vinden op vele plaatsen in Nederland. Met Charles Eyck kunstschilder (1897 - 1983), Henri Jonas kunstschilder (1878-1944), 

Charles Vos beeldhouwer (1888 - 1954)  en Alfons Boosten  architect (1893 – 1951) vormde hij de kern van de ‘Limburgse School’, een richting in de katholieke kunst uit de jaren dertig die werd gekenmerkt door artistieke vitaliteit en een joyeuze, ‘katholieke’ uitstraling.


4 > Usine en Art Hotel – AWG Architecten

Grand café Usine
De grote ramen zijn karakteristiek voor de Lichttoren en zorgen ervoor dat de ruimte naar buiten gericht is. Bij herbestemming is dit een hinderlijke bijkomstigheid. Door middel van de verhoogde vloeren langs de ramen en de banken met spiegels wisten de interieurarchitecten de focus in het restaurantgedeelte naar binnen te verleggen.

Art Hotel (nu WestCord Hotel Eindhoven)
Het Art Hotel is een nieuw gebouw dat aansluit tegen het gebouw van de lichttoren.  AWG architecten uit Antwerpen, zijn er in geslaagd om de nieuwbouw ‘fraai’ te laten aansluiten aan de monumentale Philips fabrieken. De nieuw ingerichte en zeer geslaagde openbare ruimte tussen het Usine en het Art Hotel is van het bureau van Peter Lubbers, landschapsarchitect uit ’s-Hertogenbosch.


5 > Blob, Piazza en 18 Septemberplein – Fuksas Architects

In 1999 werd de Italiaan, Massimiliano Fuksas gevraagd om het winkelcentrum rond de Piazza en het 18 septemberplein een grote opknapbeurt te geven. Lijkt een logische keus, Fuksas een internationaal befaamd architect, zou wel kunnen omgaan met dit 'Italiaanse erfgoed' rond de Bijenkorf. Echter de aanpak van Fuksas leverde enkele merkwaardige verschijningen op. De Piazza kreeg een overkapping op een enorme zuilenpartij van cortenstaal. 

De toegangstunnels naar de fietsenkelder onder het plein kregen een gebogen betonnen vorm met gebogen glas, wat aansluit bij de glazen gebogen elementen van de verderop gelegen Blob. Deze Blob is een vrij gevormd futuristisch lichaam met een  glazen buitenschil. Er is echter wel  kritiek op het werk van Fuksas! Kernpunt van de zaak; de roestige geplaatste olifantspoten van de luifel staan verdwaald door de Piazza heen en de daar aanwezige fijne kunstwerken zijn verplaatst. De vraag is of de nuchtere maar fijnzinnige Nederlandse wederopbouw architectuur, zoals die te zien is aan de uiteinden van  winkelstraten als de Demer en de Hermanus Boeksstraat  wel te verenigen met de uitbundige en futuristische architectuur van deze Fuskas ! (denk  van nie..)


6 > De Bijenkorf – Architect Gio Ponte

De Italiaanse architect Gio Ponti schonk Eindhoven in 1969 dan weer een onwaarschijnlijk goed  gebouw: de Bijenkorf. De oprichter van het designblad Domus was al zeventig toen hij door de Bijenkorf werd gevraagd een ‘charming piece of architecture’ te ontwerpen. Geïnspireerd door het groen van de Nederlandse natuur bekleedde hij de wanden met groene keramische tegels. De tegel is afkomstig van het Milanese bedrijf Ceramica Joo (tijdens de opening op 18 maart 1969 ontving het personeel van de Bijenkorf een dergelijke keramische tegel in een messing bakje)  Het gebouw zelf straalde goede smaak uit, de  betere klasse (qua inkomen in Eindhoven   goed vertegenwoordigd) kregen zo het gevoel mee te tellen in de wereld van internationale smaak en mode. De duidelijke Italiaanse kenmerken komen uit de industrie en modestad Milaan die al in de jaren vijftig gold als voorbeeld van het Italiaanse modernisme.  

Gio Ponti (1891-1979)
Ponti, wordt 'The Godfather' van het Italiaanse naoorlogse modernisme genoemd. Bekende werken zijn: Het Montedoria Building in Milan (bekleed met het aquagroene keramiek wat lijkt op het Bijenkorf gebouw) en de 127 meter hoge Pirelli Tower in Milaan uit 1960. (wat lijkt op De Vesteda Toren aan de Smalle Haven/Vestdijk van de  bekende Limburgse architect en stedenbouwkundige Jo Coenen)


7 > Station Eindhoven – Architect van der Gaast 

Het stationsgebouw dateert van 1956. Architect Kees van der Gaast ontwierp het station Eindhoven tussen 1953 en 1956. ‘Doorgang, afscheid en ontmoeting’ luidt het opschrift boven de ingang. De in Eindhoven geboren kunstenaar Willy Mignot  beeldde een reeks figuren uit die van links naar rechts steeds ouder worden. Het fries wordt afgesloten met een versregel van Adriaan Roland Holst': het leven is als een reis. De titel van het werk is uitgehakt in het fries: “IK KOM, IK GA”. Op het plein voor het gebouw staat het standbeeld van Anton Philips.

Route: We gaan met de trein naar de Beukelaan en wandelen naar het klokgebouw op Strijp-S.


8 > Strijp-S

Strijp S is een voormalig bedrijventerrein van Philips, midden in het stadsdeel Strijp. Het stond bekend als ‘De verboden stad’ omdat het gebied omringd werd door woonbebouwing en alleen toegankelijk was via slagbomen!  

Zeer indrukwekkend was de zogeheten Hoge Rug, een aaneengesloten reeks van drie grote industriegebouwen, die in 1928 werden gebouwd. Hier werden radio’s en na de Tweede Wereldoorlog, ook televisietoestellen geassembleerd. Gebouwd naar voorbeeld van wat in de Verenigde Staten een daylight factory werd genoemd: een fabriek met grote ramen. Ook liepen de VS voorop in de ontwikkeling van fabrieken met een lineair productieproces. Op een rij naast elkaar stonden de drie betonnen productiehallen van een paar bouwlagen hoog, met grote ramen in stalen puien. Daaromheen werkplaatsen, magazijnen, machinekamers, een ketelhuis en pomp- en filtergebouwen. Deze rangschikking van hoge gebouwen met laagbouw eromheen garandeerde zonlicht en frisse lucht in de assemblagefabrieken.  

Transformatie Strijp S
De omvang van de door Stam + De Koning geplande ontwikkelingen voor dit gebied zijn enorm: 92.000 m2 kantoren, 2.500 Woningen 60.000 m2 voorzieningen, waaronder horeca, designclusters, winkels, cultuur, creatieve industrie, theater en 5.000 gestapelde c.q. ondergrondse parkeerplaatsen. Creativiteit en culturele uitingen worden op Strijp-S deel (of zijn al) de dagelijkse gang van zaken. Deze omgeving, waar zoveel uitvindingen het daglicht zagen, moet weer de bakermat gaan vormen voor creatieve ontwikkelingen en innovaties: Strijp-S ‘De Creatieve Stad’.   


9 > Philips Natuurkundig Laboratorium (Natlab)

In 1923 vestigde NatLab zich op Strijp-S. Het oudste deel van NatLab is van de hand van Dirk Roosenburg. In de loop der jaren werden er verschillende vleugels, paviljoens en gebouwen toegevoegd. Na de verhuizing van NatLab in 1968 naar de Bayeuxlaan is het tot 2005 in gebruik gebleven bij Philips . Eindhoven wil zich ontwikkelen tot laboratoriumstad, niet in de laatste plaats omdat zo wordt gerefereerd aan het roemruchte verleden van dit Philips Natuurkundig Laboratorium, kortweg het NatLab op Strijp-S.  Toen vormde NatLab het hart van Philips, nu wordt NatLab het hart van de cultuur op Strijp-S.  


10 > Enter a Brave New World - De Stad is het Lab

Een van de meest inspirerende terreinen van vernieuwing binnen deze ‘brave new World’ is de afdeling ‘Man and Public Space’ van de Design Academy in Eindhoven. Zij houden zich intensief met de stad bezig; openbare ruimte, het uitwisselen van ideeën. Studenten nemen in hun ontwerp van de openbare ruimte een onderzoekende houding aan. Zij zoeken grenzen op en overschrijden die, waardoor nieuwe ruimte ontstaat. Zo maken zij de stad tot een laboratorium nieuwe stijl: de stad die ruimte biedt aan het experiment, durft zelf onderwerp te zijn van onderzoek en ontwerp.  

Zeker lezen: ‘Het leven is hier uitstekend’ Op pad in het Eindhoven van rond 1900 aan de hand van oude ansichten. Te verkrijgen bij boekhandel Van Piere  aan de Nieuwe Emmasingel.